Wat is een schaal?
Een schaal duidt de verhouding aan tussen een echt object en een schaalmodel of tekening hiervan. Schaalaanduidingen komen overal voor; in musea bij maquettes, bij het kaartlezen, in laboratoria, bij de test van een nieuw voertuig in een windtunnel, en natuurlijk in de modelbouw.
Een schaal wordt vaak aangeduid met een breuk (1/10) of een dubbele punt (1:10). Deze schaal houdt in dat het schaalmodel 10 keer verkleind is. Schaal 2:1 zou betekenen dat het schaalmodel twee maal vergroot is.
De schaal berekenen
Als je de schaal wilt berekenen van een object dien je het object op te meten en de afmetingen te noteren in de juiste eenheid, meestal zijn dit centimers. Vervolgens noteer je ook de maat van de tekening en delen we de maat van het object door de maat op de tekening.
Voorbeeld schaal rekenen
Een spoorbrug heeft een lengte van 500 meter, op onze tekening is de lengte echter slechts 25 centimeter. Wanneer we de lengte van de brug (omgezet in centimers) delen door de lengte op onze tekening komen we uit op de volgende berekening:
50000 cm / 25 cm = 2000
De verhouding van deze schaal is dus 1:2000, de brug is 2000 maal verkleind.
Werkelijke grootte berekenen
Aan de hand van de schaal kan je ook de werkelijke grootte van een object berekenen. Als we een model met schaal 1:87 hebben, ook wel H0 genoemd, die 5 centimeter meet dan krijgen we de volgende berekening:
Voorbeeld werkelijke grootte
5 cm * 87 = 435 cm
Het echte object is dan dus 4,35 meter.
De verkleinde maat berekenen
Het is ook mogelijk om de maat van ons model uit te rekenen aan de hand van de echte maat en de schaal die we gebruiken. Hiervoor meten we de echte maat in centimeters en delen we deze door de schaal van het model.
Voorbeeld berekening verkleinde maat
435 cm / 87 = 5 cm
Tot slot
Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat schaal berekeningen dus niet heel erg lastig zijn maar een juiste schaal berekening kan het verschil maken tussen een mooi model en een mooi én realitisch model, succes!